Wist je dat? Concullega's (video)

5810
26 mrt 2017

De ontmoeting van snoek en snoekbaars die Janny Bosman op de gevoelige plaat vastlegde, is vrij bijzonder. Deze twee roofvissen komen ondanks een overlappend menu namelijk niet zo snel in elkaars vaarwater terecht.

De eisen die snoek en snoekbaars aan hun leefomgeving stellen, lopen behoorlijk uiteen. Snoek heeft een voorkeur voor heldere, ondiepe tot matig diepe wateren met plantenrijke oeverzones. Als zichtjager is helder water een vereiste en waterplanten zijn vooral van belang als paaisubstraat en schuilgelegenheid voor jonge snoek. Snoekbaars komt daarentegen vooral voor in troebele en in diepe, heldere open wateren. Deze lichtschuwe vissoort heeft een voorkeur voor donkere omstandigheden.

Check bijgaande video van één van onze collega's met snoek, baars en snoekbaars, die misschien wel de uitzondering bevestigt:



Levenswijze

Ook qua levenswijze zitten beide roofvissen elkaar niet in de weg. Jonge snoek houdt zich op nabij waterplanten – die dienen als hinderlaag en schuilplek voor predatoren – en verlaat die beschutting pas als hij richting de halve meter lengte gaat. Wordt de solitair levende snoek nog wat groter, dan waagt hij zich ook in de onbegroeide delen van het water. Snoekbaars heeft juist een voorkeur voor een harde bodem op het ruime, open water met enige dekking (obstakels of taluds). Deze vissoort leeft in scholen – grote exemplaren zijn wel meer eenlingen – en jaagt nabij de bodem.

Prooivoorkeur

Snoek en snoekbaars hebben verschillende prooivoorkeuren en jachttechnieken en zijn dus evenmin echte voedselconcurrenten. De snoek heeft voornamelijk vis op het menu staan, al eet hij eigenlijk alles wat in het water zwemt en in zijn bek past (amfibieën, kreeftachtigen, jonge vogels en kleine zoogdieren). Daarbij is de verrassingsaanval waarbij hij als een torpedo vanuit de dekking naar voren schiet favoriet. Snoekbaars is ook piscivoor, maar heeft een voorkeur voor (langwerpige) vis van een kleiner formaat. Deze rover bedient zich van meerdere jachttechnieken en heeft niet één kenmerkende stijl van jagen.

Onbevreesd

Op de eerste levensfase na – wanneer ze allebei kwetsbaar zijn voor predatie door (onder meer) de andere soort – zijn beide roofvissen dus vrij tolerant naar elkaar. Zeker als ze allebei een respectabel formaat hebben bereikt, weten dat ze niet zo heel veel te vrezen hebben. Vangsten tijdens visserijkundige onderzoeken door de monitoringsploeg van Sportvisserij Nederland waarbij in dezelfde zegentrek met enige regelmaat snoeken en snoekbaarzen worden gevangen, onderschrijven dit gegeven. Dat beide roofvissen soms dezelfde plekken aandoen, is ook logisch: ze zoeken allebei de aanwezige prooivis op.

Bron: Hét Visblad

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.